zondag 11 december 2011

Bom onder onze economie

Ik woon onder de rook van Noordwijk. ’s Lands mooiste badplaats heeft helemaal geen rook, hooguit een enkel zeewolkje, maar u begrijpt wat ik bedoel. Zodra er iets begint te ontluiken op ons bollenland trekt een file witzwarte kentekenplaten de regio in. Ambivalent feest voor de lokale economie. Immers net als Nederlanders , Engelsen en tal van andere niet over een kam te scheren volkeren zijn er ook bij onze oosterburen enkelen die met het overschrijden van de landsgrens een nieuw colbertje  van omgangsvormen anziehen. Waar Spanjaarden, als voorbeeld, het door onze landgenoten aangerichte bacchanaal aan de costa’s met de mantel der liefde bedekken, zien wij aanleiding om de vooroordelen over de Duitsers weer eens te voeden. Welke psychologie erachter zit om iedere gelegenheid daartoe aan te grijpen ontgaat mij, maar helaas signaleer ik zelfs parallellen als het gaat om zakendoen met mensen ten oosten van Enschede. Hoewel Duitsers, zowel in het publieke als in het economische leven, buitengewoon positief tegenover ons staan, lijken wij hen nauwelijks serieus te nemen.

Tijdens een eerder symposium Ondernemen in Duitsland brak de ambassadeur voor ons land in Berlijn, Drs. P.P. van Wulfften Palthe, een lans voor meer aandacht voor de Duitse taal. Een roepende in de woestijn? Het lijkt erop. Zowel v.w.b. import als export is Duitsland onze belangrijkste handelspartner. Een kwart van onze uitvoer gaat naar Duitsland. We exporteren meer naar Baden-Württemberg dan naar China en Japan samen. En meer naar Nordrhein-Westfalen dan naar de VS, China of Rusland. Ondertussen leren we Chinees en Russisch en verlaat er nog nauwelijks iemand de middelbare school met enig bruikbare kennis van de Duitse taal. Een bom onder onze economie. In relatieve zin verliest het Nederlandse bedrijfsleven positie in Duitsland. Een verlies van 1% marktaandeel staat gelijk aan meer dan een half miljard Euro. De overheid hoor ik er niet over. Beleidsmakers vinden het belangrijker (of leuker?) handelsmissies naar exotische landen te begeleiden. Niets op tegen, maar het negeren van het belang van Duitsland is kortzichtig en schadelijk.

Zakendoen in Duitsland wordt als simpel ervaren. We doen het al jaren en denken het te weten. Een workshop agentenrecht tijdens het 2007 symposium Ondernemen in Duitsland trok heel veel witte bekkies, terwijl met enige kennis van zaken wel een voor beide partijen werkbare overeenkomst had kunnen worden afgesloten. Duitsland is geen provincie van Nederland die we er wel even bijdoen. Kennis van hun taal, land, (zaken)cultuur en vooral markt en marktkansen is noodzakelijk voor succes. Daarmee gewapend is de oogst sneller, groter en gemakkelijker dan in het tegenwoordig zo populaire Verweggiestan. Dat Duitsers gastvrije, vriendelijke en vooral betrouwbare handelspartners zijn maakt het ook nog een plezier met hen in zaken te zijn.

Deze tekst is in april 2007 als column geplaatst in Ondernemen.in Magazine

Geen opmerkingen:

Een reactie posten